Over de fietsenstalling van de stad

Apetrots is Rotterdam op haar nieuwe Centraal Station. Een uitgesproken voorkomen, een grootstedelijke uitstraling, de TGV stopt er en dat alles ook nog eens binnen budget en keurig op tijd. Eindelijk kan je op een fatsoenlijke wijze de stad in lopen. Via het Stationsplein, gelukkig zonder ballen, loop je zo naar de Westersingel of het Schouwburgplein op. En onder het plein verstopt zit de topper: de fietsenstalling.

Een stalling met duidelijk genummerde paden in alle kleuren van de regenboog, om vrolijk van te worden. Natuurlijk moet iedereen de trein halen, maar onder invloed van de klassieke muziek en het uitgekiende geurbeleid van de RET is iedereen attent en ontspannen.

Naast de trap ligt drie keer een tapis roulant of een rolpad, zoals deze uitvinding volgens de bebording in het Nederlands heet. Hoewel er bij de rolpaden een verzoek tot afstappen staat is gewoon naar beneden fietsen wel het leukst. De drie paden draaien, afhankelijk van de drukte met twee omhoog of twee naar beneden. Het is voor mij iedere ochtend een gok welke baan je moet nemen om op je fiets te mogen blijven zitten. Afwegingen maak je hierbij door de fietsers voor je in te schatten op basis van leeftijd, hoeveelheid bagage en hakhoogte. Durven ze te blijven rollen of wordt er suf afgestapt. Een soort van etnisch profileren dus. Niets is mooier dan dat deze regels met voeten worden getreden, zo zag ik laatst een oudere grijze man na enige twijfel het tapis naar beneden fietsen dat eigenlijk omhoog draaide, dit omdat er op de baan naar beneden een aantal fietsers stil stond.

Enige na-ijver is er natuurlijk wel, je moet geen melding van een kapotte fietsbeugel bij het personeel van de naastgelegen bewaakte stalling willen doen. Zij zien het succes, en de slecht bezette eigen stalling, met lede ogen aan.

“Nee, wij zijn daar niet van, wij zijn niet van de gemeente.” en

“Wist je eigenlijk wel dat er bijzonder veel fietsen worden gestolen uit die stalling?”

Ook op microniveau heeft de privatisering van de NS niet altijd evengoed uitgepakt terwijl hier toch een gouden kans ligt voor gemeente en NS om samen met dit project te pronken.

Het is nu nog wachten op de eerste wielrenner die daar, als het regent, gaat trainen. Natuurlijk in een setje dat goed kleurt bij zijn fiets en de stalling, en door op het naar beneden draaiende rolpad naar boven te fietsen. Het blijft natuurlijk openbare ruimte en hardlopers doen dat ook op de roltrappen van de Maastunnel. Zeg nou zelf, weet jij een betere plek dan daar, onder dat schuine glazen dak, met van dat mooie afstromende water?